Zowel in het Friesch Dagblad als in het Reformatorisch Dagblad verscheen een verslag van een studiemiddag over “Het Heilige Gebeurt” van collega Immink. Het ene verslag kreeg de titel “Zonder beleving is jongere generatie weg”. Het andere “Zonder beleving haakt jonge generatie af”.
In de debatten over de kerkdienst en de jonge generatie neemt ‘beleving’ altijd een centrale plek in. De redenering is doorgaans als volgt. Jongeren zijn op zoek naar beleving. Jongeren vinden in de traditionele kerkdienst weinig tot geen beleving. Dat is ook niet zo gek, want de traditionele kerkcultuur staat ver af van de hedendaagse cultuur en jongerencultuur. Als er nu niet snel meer te beleven valt in de kerkdienst zie je de jongere generatie niet meer komen. Waar je ze nog wel ziet komen zijn de bijeenkomsten met een meer evangelische en/of charismatische inslag. Daar staat de beleving wel centraal en daar vinden jongeren dus wat ze zoeken: beleving. De traditionele kerkdienst heeft dus zijn langste tijd gehad.
Beleving is inderdaad erg belangrijk voor de geloofsontwikkeling van jongeren. Een woord uit het vakjargon dat in dit verband vaak wordt gebruikt is: embodiment, wat zoveel betekent als dat geloven niet alleen rationele en cognitieve dimensies heeft maar ook lichamelijke dimensies en besloten ligt in handelingen en ervaringen. In dat verband zijn rituelen en ruimte voor expressie belangrijke elementen in bijeenkomsten waar geloven centraal staat.
Echter, beleving is niet simpelweg iets dat je op de ene plek wel aantreft en op de andere niet. Beleving is iemands bewuste ervaring van iets: een omgeving, een gebeurtenis, God. De inrichting van een kerkdienst, de liturgie, de rituelen, de manier en inhoud van het zingen etc. zijn allemaal zaken die het mogelijk maken die beleving te uiten (expressie). Maar niet alleen dat. Diezelfde onderdelen van een kerkdienst vormen de geloofsbeleving. Het ritueel, de liturgie, de manier van zingen en andere vormen van expressie: het zijn allemaal zaken die iemand zich eigen maakt door erin te participeren, het af te kijken van anderen, ondersteund door de nodige uitleg en de ervaringsverhalen van anderen. Geloofsbeleving is dus ook het resultaat van een leerproces waarin anderen in de geloofsgemeenschap jou hebben gevormd.
Omdat de beleving zou ontbreken heeft de traditionele kerkdienst zijn langste tijd gehad. Maar dat is nog maar de vraag. Ook de traditionele kerkdienst zit vol potentieel voor geloofsbeleving. Voor jongeren geldt echter dat de “business as usual” in die kerkdienst hen onvoldoende heeft gevormd om die geloofsbeleving te ervaren. De rituelen zijn ‘dingen’ geworden die rationeel ‘ten uitvoer worden gebracht’, waar weinig ervaring van af te lezen is en waarover te weinig zielen een ervaringsverhaal met je wensen te delen.
Bijeenkomsten met een meer evangelische en/of charismatische inslag doen het bij jongeren beter. Maar dat is niet omdat daar meer te beleven zou zijn maar omdat jongeren daar beter hebben geleerd om wat te beleven.