Een spiritueel professional, een pluriform kerkje, een seculier front.

Een spiritueel professional die opereert vanuit een even kleine als pluriforme kerk met het gezicht naar een groot seculier front

Zo zou je het beeld van de predikant “van de toekomst” kunnen samenvatten. Althans, dat is het beeld dat op me af kwam in de afgelopen twee maanden tijdens diverse gedachtewisselingen over de predikantsopleiding “van de toekomst”. Aan het begin van de afgelopen zomermaanden nodigde ik mensen uit om daarover ideeën aan te leveren. Wat was de aanleiding ook alweer?

Daar was de promotie van Robert Doornenbal op het proefschrift Crossroads. En daar verscheen het manifest Dominee 2.0, geschreven door een aantal jonge theologen. Het proefschrift van Doornenbal vormde aanleiding voor een pleidooi voor meer aandacht voor missionair leiderschap in predikantsopleidingen. Het manifest vormde aanleiding voor onder andere een pleidooi voor eigentijdse theologiebeoefening en kerk zijn in de predikantsopleiding van de PThU.

Als reactie op beide pleidooien ontstond in de christelijke media en de kerkelijke pers een publiek debat over de inrichting van de predikantsopleiding. Tegen die achtergrond stelde ik dus de vraag mee te denken. Er blijken veel mensen te zijn die dat graag doen; en die dat goed doen. Het leverde mij een kleine vijftig inhoudelijke reacties op die via email en social media tot mij kwamen. Reacties van theologen, predikanten en andere betrokkenen bij kerk en theologie. Met zeven anderen heb ik uitgebreid koffie gedronken en gesprekken gevoerd over de implicaties van alle input uit de pleidooien, debatten en reacties.

Wat mij is opgevallen in alle correspondentie en gesprekken is dat deze implicaties niet alleen op de inrichting van predikantsopleidingen betrekking hebben (ook dat) maar vooral op het onderliggende beeld van wat ik dan maar noem de “predikant van de toekomst”. En dat beeld is samengevat: een spiritueel professional die opereert vanuit een even kleine als pluriforme kerk met het gezicht naar een groot seculier front. In dit beeld liggen drie belangrijke thema’s besloten: (a) ruimte voor spiritualiteit, (b) debat en erkenning binnen de breedte van de PKN, en (c) de kerk opereert ten opzichte van een seculier front.

(a) Ruimte voor spiritualiteit. Er is behoefte aan persoonlijke, geëngageerde theologiebeoefening. Er is behoefte aan ruimte en vermogen om de eigen spiritualiteit te tonen en deze te verbinden met het professionele handelen als theoloog. Dat vraagt om goede spirituele vorming en een omgeving waarin anderen je daarin voorgaan.

(b) Debat en erkenning binnen de breedte van de PKN. Er is behoefte aan een positief, kritisch en open, eerlijk debat tussen verschillende stromingen, bewegingen, hoeken, kleuren enzovoorts van de Protestantse Kerk. Naast debat is er ook behoefte aan positieve erkenning van verschillende bewegingen binnen de kerk (vrijzinnige, oecumenische, charismatische en orthodoxe bewegingen, om er maar een aantal te noemen).

(c) De kerk opereert ten opzichte van een seculier front. Er is behoefte om toegerust te zijn voor een steeds kleinere kerk in een Nederland dat sterk seculier is en met kerkbetrokkenen die ook zelf steeds vaker en steeds meer geseculariseerd zijn. De kerk is een dissidente beweging aan het worden. Nieuwe generaties die nog in de kerk opgroeien weten steeds vaker nauwelijks meer iets over het geloof. Het gaat om een kerk met een sterk missionaire roeping, die tegelijk goed moet blijven zorgen voor de bestaande kudde. Maar het gaat ook om een kerk die de realiteit van ‘het licht uit moeten doen’ onder ogen moet leren zien.

Levert dit beeld nu veel nieuwe inzichten op? Die vraag zal door iedereen weer anders beantwoord worden. Mij vallen in ieder geval een aantal dingen op.

Pluriformiteit is wat in dit ´beroepsbeeld´ extra geprofileerd naar voren komt; en dat in twee opzichten. In de eerste plaats vanwege de verbinding van theologiebeoefening met persoonlijke spiritualiteit. Dat leidt vanzelfsprekend niet tot een afstandelijke theologiebeoefening met het karakter van een eenheidsworst. Maar dat leidt tot individuele, persoonlijk geëngageerde theologiebeoefening. En dus tot een veelkleurigheid aan theologie. In de tweede plaats komt pluriformiteit naar voren vanwege de gearticuleerde behoefte om de pluriformiteit in de kerk niet slechts te bediscussiëren maar ook te erkennen.

Wat mij verder opvalt is dat deze behoefte aan pluriformiteit opspeelt in een steeds kleiner wordende kerk. Oog in oog met een groot ´seculier front´ loopt een kleiner wordende kerk gelijk op met een toenemende behoefte aan persoonlijk geëngageerde theologiebeoefening en erkenning van diversiteit. Niet in de laatste plaats als het gaat om vormen van kerk zijn, variërend van pionierende digikerken, nieuwe kerkplantingen, oude en nieuwe volkskerken, enzovoort, enzovoort.

Wat zo´n beeld betekent voor de inrichting van een predikantsopleiding `voor de toekomst` is een vraag waar ik nu mee aan de slag ben. En niet alleen ik natuurlijk, maar alle docenten die aan dat onderwijs gestalte geven en vele andere betrokkenen. Er worden ideeën geboren. Het gesprek is gaande. To be continued zou ik zeggen. Ook met jullie reacties! En met niet minder dan een driepuntertje:

een spiritueel professional – een pluriform kerkje – een seculier front

Comments

  1. Harry Harmsen says:

    Herkenbaar verhaal, Jos. Wel vraag ik me af wat je precies bedoeld met dat ‘seculier front’, preciezer: met secularisatie. Het kan m.i. nog de vraag zijn of de Nederlandse samenleving wel zo geseculariseerd is (de secularisatiethese geldt toch niet meer?). Of bedoel je ‘slechts’: niet-christelijk? (ook dat is trouwens een bediscussieerbare term, geef ik meteen toe).

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: