Column, verschenen in Jente, nr. 20, januari 2016
Maak eens een foto van hoe jij je kind ziet als het later groot is. En kijk er eens rustig naar. Grote kans dat je naar een ideaalplaatje kijkt. In dat plaatje zie je misschien ook een succesvolle carrière voor je kind.
Carrièretijger, carrière maken, carrièretests; het zijn de eerste zoekresultaten op Google als je carrière invoert. Carrière heeft te maken met scoren, en snél scoren als het even kan. De verwachting van moeten scoren sluimert in meer of mindere mate in de opvoedingspraktijk van alle ouders. Je kind moet scoren. Op het voetbalveld, in de buurt, in de familie en natuurlijk op school.
Naast me ligt het eerste rapport uit groep 4 van een van mijn dochters. Een boekje vol met scores: goed, voldoende, een 6½ , een ‘ga zo door!’. Hoe belangrijk die scores ook zijn, het leven van een kind in groep 4 valt niet te reduceren tot een rapport. Zo is ook een foto van je kind over tien of twintig jaar als het goed is niet slechts een uitvergroting van zijn succesvolle loopbaan.
Een van de simpelste omschrijvingen van carrière is: “werk dat je in je leven gedaan hebt”. Dat zet carrière in het juiste perspectief. Het ís niet je leven maar is daar een onderdeel van. Als opvoeder heb je natuurlijk aandacht voor de loopbaan van je kind. Maar opvoeding is in de eerste plaats gericht op léven. Niet de vraag “wat wil je later worden?” maar “hoe is het nu met jou?” is daarvoor essentieel.
Opvoeders bieden niet in de eerste plaats een carrièreperspectief voor de toekomst maar bieden veiligheid in het hier en nu. Als pleegouders worden wij regelmatig ‘gescoord’ op een checklist veiligheid. Bij elke nieuwe plaatsing is dat de belangrijkste score. En veiligheid gaat dan niet alleen om veilige stopcontacten en een deugdelijke fiets (dat ook!) maar gaat ook over het vermogen tot inleven, en voorspelbaar zijn in gedrag en reacties, om geborgenheid en een regelmatig dag- en nachtritme.
Waar veiligheid is, is leven; en daar is ook een carrière mogelijk. In die volgorde. Niet kinderen moeten scoren, maar wat mij betreft moeten ouders scoren. Op veiligheid wel te verstaan. Scoren op veiligheid betekent volgens de checklist ook: kinderen ruimte geven voor experimenteergedrag. Voor ouders betekent dat: gepaste verwachtingen koesteren. Geen overspannen verwachtingen en niet per se het ideaalplaatje dus.
Geef een reactie