Column, verschenen in Jente, nr. 22, mei 2016
Of je alsjeblieft even snel een tekst wil aanleveren. “Want ik heb me een maand vergist, sorry; de deadline was al vorige week en niet pas over drie weken.”
“Ja, bekijk het even, nu ga je over mijn grens.” Zo had ik met recht kunnen reageren, toen een niet nader te noemen hoofdredacteur mij dit berichtje stuurde. Toch heb ik dat niet gedaan. Want zoals zo vaak het geval is: nergens zoveel ruimte als op de grens. Ook in het opvoeden.
Opvoeden lijkt soms wel helemaal te gaan om het aanleggen van grenzen en het bewaken daarvan. Opgroeien wordt nauwkeurig geregeld met allerhande wetjes. Je moet minimaal een half uur buitenspelen; je mag je broertje niet slaan; je mag de juf vragen om hulp, maar niet voordat je het zelf geprobeerd hebt; als je al een koekje op hebt, mag je niet ook nog eens een snoepje, tenzij je jarig bent natuurlijk; maar dan moet je wel eerst anderen trakteren; en ga zo maar door.
Opvoeders zijn doorgaans goede regelaars en verbinden daaraan de meest uiteenlopende sancties. Soms geven we beloningen voor het opvolgen van de regels. Veel vaker straffen we voor het overtreden ervan. Maar het daadwerkelijk voltrekken van sancties is dan weer het meest ongeregelde gedrag in de opvoeding. Daar is juridisch geen pijl op te trekken.
Nergens zoveel ruimte als op de grens. Niet of niet consequent belonen en straffen bijvoorbeeld, doet grenzen in de opvoeding verwateren. En door succesvolle onderhandeling rekken kinderen grensgebieden in de opvoeding op of verschuiven deze in zijn geheel. Die onderhandeling wordt soms met woorden aangegaan; veel vaker met gedrag.
Zo mag onze dochter bijvoorbeeld wel alleen naar school lopen maar nog niet alleen naar school fietsen. De verkeerssituatie is daar te onveilig voor, denken wij. Ergens tussen lopen en fietsen: daar ligt onze grens. Totdat dochterlief op een ochtend besluit gewoon van huis weg te fietsen; alleen op weg naar school. Als ik een paar minuten later dan mijn dochter op het schoolplein arriveer, vertelt ze triomfantelijk dat alles goed is gegaan en dat ze het heus wel alleen kan. En ik zie in dat dat misschien wel eens zo zou kunnen zijn.
Grenzen regelen de praktijk. Maar soms regelt de praktijk de grens. Soms moet je als opvoeder de grens bewaken en consequent belonen of straffen. Deadline is deadline zeg maar. Maar soms laat je een grens verdampen of rek je het grensgebied een stukje op. Opvoeden gaat uiteindelijk om het zoeken van ruimte op de grens. Het is niet altijd handig, maar geen boodschap hebben aan deadlines is dan gewoon het beste.