110 jaar HGJB: gefeliciteerd!

Deze week bekeek ik een vraaggesprek met Nico Belo en Jan Kranendonk, respectievelijk oud-directeur en huidig directeur van de HGJB (Hervormd-Gereformeerde Jeugdbond). Het vraaggesprek is het eerste deel van een vierdelige serie ter gelegenheid van het 110 jarig bestaan van de HGJB dit jaar.

Ik feliciteer de HGJB van harte met deze mijlpaal. En ik wens de HGJB zegen van God toe voor al het werk met en voor kinderen en jongeren.

We mogen dankbaar zijn dat organisaties als de HGJB er zijn, ten dienste van kinderen en jongeren en ten dienste van kerken. Zij zijn het waard te feliciteren. Zo feliciteerde ik in 2016 ook JOP (nu bekend onder de naam Jong Protestant) met het toen tienjarig bestaan. Het werk van Jong Protestant, het werk van de HGJB en natuurlijk ook het werk van het EJV in Vlaanderen volg ik op de voet, en uiteraard niet alleen als ze jarig zijn.

De HGJB heeft voor mij persoonlijk een bijzondere betekenis. Ooit zelf nog jong nam ik deel aan HGJB vakanties. Als leidinggevende in het jeugdwerk en in de catechese maakte ik dankbaar gebruik van het HGJB materiaal. Bovendien heb ik een periode in het bestuur van de HGJB mogen bijdragen.

110 jaar is een hele leeftijd. En ik wens de HGJB nog vele jaren meer toe. Omdat ik geloof in de blijvende waarde van organisaties als de HGJB voor de ondersteuning van jonge mensen bij hun geloofsontwikkeling, of in de woorden van de HGJB missie: “jongeren van de gemeente bij Christus brengen, opdat ze Hem leren kennen, vertrouwen en navolgen.”

De HGJB heeft veel te betekenen voor kerken. Door het belang van inwijding van jonge mensen steeds weer hoog op de agenda te zetten. Kerk-zijn vraagt voortdurend aandacht voor inwijding via goed doordacht kinder- en jongerenwerk. Zowel in gevestigde gemeenten als in nieuwe vormen van kerk-zijn.

Ik wens de HGJB  alle goeds toe bij de belangrijke bijdrage die het daaraan levert.

Jos de Kock.

De HEERE is mijn herder

Het was vorige week dat ik in Psalm 23 las. Voor veel christenen een overbekende psalm; met een vaak geciteerde opening: de HEERE is mijn herder.

Het was vorige week. De week volgend op het Paasfeest dat die zondag werd gevierd. Die timing doet iets met wat de woorden van deze psalm oproepen. Neem nu het midden van de psalm: “Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij”. Het riep de gedachte wakker van Jezus die het donkerste dal vol schaduw van de dood is doorgegaan. Jezus die ons is voorgegaan.

De woorden van de psalm raken ook aan actuele verlangens. “Hij doet mij neerliggen in grazige weiden, Hij leidt mij zachtjes naar stille wateren. Hij verkwikt mijn ziel.” Temidden van een coronapandemie waarin alom vermoeidheid en soms verslagenheid toeslaat: dan raken deze woorden aan een verlangen naar rustig vaarwater, naar verkwikking, naar rust voor ziel en lichaam.

Het was vorige week dat ik in Psalm 23 las. Aan het begin van die week las ik het nieuws over de situatie in de jeugdpsychiatrie in Nederland [Inspectie: situatie in jeugdpsychiatrie onhoudbaar | Nieuwsuur (nos.nl)]: jongeren voor wie hulp te lang uitblijft; uitgeputte medewerkers; hulpeloosheid van ouders. En dan lezen: “Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven”. Woorden die iets oproepen van ‘het is goed, het zal goed komen’.

Maar bij de aanblik van zoveel nood onder deze jongeren: dan kun je niet blijven hangen bij een gevoel van troost of triomfantelijkheid dat het allemaal wel goed is of goed komt. Dan zetten deze woorden je ook stil; stil bij de aanblik van ellende, de donkerheid, de nood in de ogen van de ander. En deze woorden vragen naast stilstaan ook om een antwoord. Ze moedigen aan om de goedheid nabij te brengen, bij hen die het zicht daarop verloren zijn of ontnomen is: jongeren in nood en vele, vele anderen.

Het was vorige week dat ik psalm 23 las. Voor veel christenen een overbekende psalm; met een vaak geciteerde opening: de HEERE is mijn herder. Een psalm die troost. Hij is nabij. En een psalm die aanmoedigt. Wees zelf nabij in nood.